Met drie generaties onder 1 dak

Mémé Clara bij de Planckaerts was geen trendsetter. Er was een tijd dat grootouders die samenwoonden met het gezin van een van de kinderen eerder regel dan uitzondering was. Co-living heette toen gewoon familie. Vandaag komt het meergeneratie- of 3G-huis zoals het ook wordt genoemd, meer onder de aandacht. Hun aantal wordt in ons land op minstens 60.000 geschat. In nieuwe 3G-gezinnen woont niet iedereen noodzakelijk allemaal letterlijk onder hetzelfde dak. Denk maar aan zorgwoningen die in de tuin van een mantelzorger worden geplaatst. Omgekeerd kan trouwens ook. Het is een nieuwe vorm van co-wonen die in de lift zit maar 3G-gezinnen kunnen op verschillende manieren samenleven.

Van co-wonen over cohousing tot  huisdelen.

Cohousen

Bij cohousen wonen mensen samen in dezelfde woning waar ze bepaalde leefruimtes met elkaar delen. Bewoners krijgen door te delen meer ruimte. Dit kan een keuken en eetzaal zijn waar ze een paar keer per week samen eten tot een bureauruimte waar ze samen rustig kunnen thuiswerken. Vaak worden in dit soort cohousing projecten ook de tuin en bergruimte onder de bewoners gedeeld naast gereedschap en grotere huishoudtoestellen als een wasmachine en een droogkast maar evengoed kunnen ze ook een auto, loopband tot roeimachine gemeenschappelijk gebruiken. Daarnaast beschikt elke bewoner of gezin nog over enkele compacte individuele privé ruimtes. Er bestaan cohousing projecten waarin drie (vier) generaties samenwonen maar evengoed co-housings waar de bewoners bewust kiezen om samen te leven met mensen uit dezelfde generatie. In een cohousing wonen meestal meerdere gezinnen samen. De Living projecten van vzw Symbiose zijn in België voorbeelden van co-housings.

Co-wonen

Co-wonen kan je de light versie van cohousen noemen. Elke meergezinswoning of appartement kan een vorm van co-wonen zijn op voorwaarde dat er naast de klassieke gemeenschappelijke delen als de ingang, de gangen en de lift ook nog andere functionele ruimtes met de bewoners gedeeld worden.  Belangrijk is dat de gedeelde ruimtes een gemeenschapsvormende functie hebben. De bewonersraad moet alles in goede banen leiden. In veel van dit soort projecten wordt de tuin gedeeld maar kan ook het terras, atelier, wassalon, fitnessruimte, …  door de verschillende bewoners worden gebruikt.  Het co-living project ARC in Luik in een oud universiteitsgebouw komt in de buurt van een co-wonen concept. Er wonen 260 bewoners tussen 20 en 63 jaar oud in 232 units. Ze delen er de bibliotheek, een lounge, een fitnessruimte, een wellnessruimte, een buitenterras omgeven door een atletiekbaan, een vergaderruimte…

Huisdelen

Bij huisdelen is de privéruimte beperkt ten voordele van veel gemeenschappelijke ruimte. Studenten en starters die samen een huis huren is een vorm van huisdelen maar intussen zijn er ook al senioren die samen een huis delen. Het gaat meestal om huurhuizen met afzonderlijke contracten, met een hoofdhuurder of een groepshuur. Het spreekt eerder singles aan dan koppels die op die manier de woonkost wat kunnen beperken en het kansen biedt voor meer sociaal contact.